De wooncrisis is niet, of niet primair, een woningtekort.
Perspectieven: | Nederland nu |
---|---|
Indiener: | clint verdonschot |
Status: | Screened |
Ingediend: | 15-05-2025, 19:42 |
Perspectieven: | Nederland nu |
---|---|
Indiener: | clint verdonschot |
Status: | Screened |
Ingediend: | 15-05-2025, 19:42 |
De wooncrisis is niet, of niet primair, een woningtekort.
nu tegelijk tot een crisispunt komen, wat leidt tot een permanent gevoel van instabiliteit. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de wooncrisis, veroorzaakt door het aan kapitaal overlaten van woningbouw, maar ook om bezuinigingen op sociale voorzieningen om de oorlogsmachine te bekostigen, een toename van de
De liberalisering van de volkshuisvesting sinds de jaren 90, met het omvormen van de woningbouwverenigingen naar woningcorporaties, en in het bijzonder de liberalisering van de vrije-sector huurmarkt sinds 2010, heeft ervoor gezorgd dat het bouwen van woningen geen overheidstaak of taak van woningbouwverenigingen meer is, maar wordt overgelaten aan de markt.5
Mede als gevolg hiervan is de bouw van woningen gestagneerd, en zijn de woningkosten geëxplodeerd. Verantwoording van de liberalisering van volkshuisvesting was onder andere: “Door ongewenste marktverstoringen door de overheid terug te dringen, ontstaan marktconforme huren en koopprijzen die de schaarsteverhoudingen beter weerspiegelen.”6 De woningbouw neemt af vanwege, onder meer, het aan het bedrijfsleven overlaten van het bouwen van woningen. Zij hebben een focus op woningen in het grotere, duurdere segment,7 omdat die een hoger rendement opleveren.8 Dit heeft geleid tot meer schaarste en hogere woonkosten, met bijna een verdubbeling van de prijs van koopwoningen sinds 2015.9
Mensen worden weggejaagd uit de buurten en steden waar ze zich thuis voelen. Zij die te weinig verdienen om in aanmerking te komen voor een koophuis zien een steeds groter deel van hun inkomen verdwijnen in de zakken van hun huisbaas, hun rechten worden gretig afgebroken door de extreemrechtse regering in Nederland, en tot slot worden ze dakloos gemaakt wanneer het kapitaal geen enkele cent meer uit ze kan persen. Dit is de wooncrisis. Aan de ene kant is de wooncrisis slechts één verschijningsvorm van de algemene crisistendens die het kapitalisme kenmerkt, maar aan de andere kant legt de wooncrisis het meest direct bloot dat de belangen van de bezittende klasse niet onze belangen zijn. De wooncrisis is daarom anno 2025 één van de belangrijkste strijdterreinen waarop revolutionair socialisten zich begeven.
De Nederlandse politiek heeft in de laatste 30 jaar een constante verschuiving
naar rechts toe doorgemaakt, waardoor een aantal gevolgen van neoliberaal beleid
nu tegelijk tot een crisispunt komen, wat leidt tot een permanent gevoel van
instabiliteit. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de wooncrisis, veroorzaakt door maar ook om bezuinigingen op sociale
het aan kapitaal overlaten van woningbouw,
voorzieningen om de oorlogsmachine te bekostigen, een toename van de
staatsschuld, toename van belastingen op arbeid en afname van belastingen op
kapitaal etc., die leiden tot een toename aan precariteit van de werkende
klassen.1 Bijdragend aan het gevoel van instabiliteit is ook het steeds verder
onder druk staande demonstratierecht in Nederland, waarbij geweld door de
politie steeds vaker de norm wordt, en de toenemende repressie tegen groepen en
individuen die zich uitspreken op een manier die niet past binnen het kader van
de hegemoniale politiek.2
De toename in de arbeidsproductiviteit wordt in Nederland en daarbuiten in de
rest van de imperialistische landen steeds kleiner, waardoor kapitaal nieuwe
mogelijkheden zoekt om uit te breiden.3 Een van de instrumenten die westers
kapitaal daarvoor tot zijn beschikking heeft, is de NAVO, waarmee zowel winsten
voor de (wapen)industrie worden verzekerd, als afzetmarkten en
grondstoffenmarkten onder controle van westerse industrie worden gehouden en
gebracht (denk hierbij aan de bombardementen op Libië, het uitbreiden van de
NAVO naar het oosten met als gevolg het in een oorlog met Rusland trekken van
Oekraïne, de steun aan groepen als HTS in Syrië etc.). De kosten van
militarisatie zijn echter hoog. Nederland heeft in Europa de laatste 20 jaar een
voorlopersrol gespeeld op het vlak van bezuinigingspolitiek, waarmee
werkloosheid wordt verhoogd en loonkosten voor kapitaal kleiner worden, met als
doel om winsten te beschermen. Om de bij militarisering behorende bezuinigingen
op sociale zekerheid en andere overheidstaken waar mensen direct wat aan hebben
te kunnen verkopen wordt de samenleving steeds verder gemilitariseerd, met
grotere zichtbaarheid voor het leger in het dagelijks leven, voorlichtingen op
scholen, en de creatie van een vijandbeeld in Rusland en China. We zien hierin
een verschuiving van de focus van imperialisme van landen die onder
(neo)koloniale controle worden gehouden en gebracht naar meer directe
confrontatie (zij het vooralsnog met name in woorden, met als uitzondering
daarop de intensificatie van de genocide op de Palestijnen in de laatste
anderhalf jaar, met steun van het westen) met machten die nog tot op zekere
hoogte onafhankelijk van westers kapitaal kunnen opereren. Voorstellen om NAVO-
troepen naar Oekraïne te sturen moeten in het kader van een middel om een
toename aan uitgaven aan militarisering te kunnen verantwoorden worden gezien.
In de Nederlandse politiek is er weinig tot geen antimilitaristisch geluid,
zeker niet op wat zich als links voor wil doen. Het politieke gesprek gaat niet
meer over of, maar hoeveel, en hoe er geld in verdergaande militarisering moet
worden gestoken. Tegelijkertijd is Nederland een van de Europese landen met de
laagste sneuvelbereidheid, alhoewel er hier wel een toename in zou zijn.4 Hier
zien we ruimte voor de RSP om onze antimilitaristische en anti-imperialistische
standpunten naar voren te brengen, wat we ook al doen via de anti-NAVO-campagne.
Bijkomend onderdeel is dat er momenteel met een streven vanuit het leger naar
een aantal militairen van minstens 200.000 mensen wordt voorgesorteerd op een
herinvoering van de opkomstplicht voor militaire dienst, waarbij ook wordt
gesproken over een gedeeltelijke opkomstplicht. De verwachting is dat hiermee
met name gemarginaliseerde jongeren (werkloos, niet studerend) gedwongen worden
om in dienst te gaan, en zo te kunnen dienen als toekomstig kanonnenvoer, en die
zo in elk geval verder worden achtergesteld. Indien er sprake zou zijn van het
herinvoeren van de opkomstplicht, is het in elk geval onze taak als RSP om ons
in te zetten voor de heroprichting van de Vereniging van Dienstplichtige
Militairen als vakbond die onderdeel is van de FNV.
De liberalisering van de volkshuisvesting sinds de jaren 90, met het omvormen
van de woningbouwverenigingen naar woningcorporaties, en in het bijzonder de
liberalisering van de vrije-sector huurmarkt sinds 2010, heeft ervoor gezorgd
dat het bouwen van woningen geen overheidstaak of taak van
woningbouwverenigingen meer is, maar wordt overgelaten aan de markt.5
Mede als gevolg hiervan is de bouw van woningen gestagneerd, en zijn de
woningkosten geëxplodeerd. Verantwoording van de liberalisering van
volkshuisvesting was onder andere: “Door ongewenste marktverstoringen door de
overheid terug te dringen, ontstaan marktconforme huren en koopprijzen die de
schaarsteverhoudingen beter weerspiegelen.”6 De woningbouw neemt af vanwege,
onder meer, het aan het bedrijfsleven overlaten van het bouwen van woningen. Zij
hebben een focus op woningen in het grotere, duurdere segment,7 omdat die een
hoger rendement opleveren.8 Dit heeft geleid tot meer schaarste en hogere
woonkosten, met bijna een verdubbeling van de prijs van koopwoningen sinds
2015.9
Mensen worden weggejaagd uit de buurten en steden waar ze zich thuis voelen. Zij die te weinig verdienen om in aanmerking te komen voor een koophuis zien een steeds groter deel van hun inkomen verdwijnen in de zakken van hun huisbaas, hun rechten worden gretig afgebroken door de extreemrechtse regering in Nederland, en tot slot worden ze dakloos gemaakt wanneer het kapitaal geen enkele cent meer uit ze kan persen. Dit is de wooncrisis. Aan de ene kant is de wooncrisis slechts één verschijningsvorm van de algemene crisistendens die het kapitalisme kenmerkt, maar aan de andere kant legt de wooncrisis het meest direct bloot dat de belangen van de bezittende klasse niet onze belangen zijn. De wooncrisis is daarom anno 2025 één van de belangrijkste strijdterreinen waarop revolutionair socialisten zich begeven.
Bijkomstig probleem voor het bijbouwen van woningen blijft de stikstofcrisis,
waarbij een keuze voor het in stand houden van intensieve veehouderij, die
vooral veel oplevert voor de grote agro-industrie zoals producenten van veevoer
en groothandels, de mogelijkheid tot woningbouw in sommige gebieden in verband
met bescherming van kwetsbare natuurgebieden sterk beperkt. De landbouwsector in
Nederland heeft een bijzondere positie in die zin, dat er nog geen sprake is van
oligopolievorming of monopolievorming op het productieniveau (anders dan op het
niveau van aanvoerketens van producten die nodig zijn om landbouw te kunnen
bedrijven en in de afzetketens, waar wel monopolies bestaan) zoals in andere
sectoren van de economie, waardoor de Nederlandse boeren voor het grootste deel
kleinburgers zijn. Dit leidt ertoe dat ze numeriek ietwat sterker zijn dan
kapitalisten in enge zin, en voortdurende druk op hun winstpositie leidt ertoe
dat ze bijzonder behoudend zijn om productie te verkleinen of te veranderen. We
verwachten daarom, in samenhang met druk vanuit de grote agro-industrie in de
aanvoerketens en afzetketens, niet dat er op korte termijn vanuit beperkingen op
de landbouw een echte oplossing voor de neerslag van stikstof in de natuur gaat
komen.
De afgelopen jaren zien we dat de doelstellingen van de liberale overheden om
klimaatverandering tegen te gaan, steeds verder uit het zicht verdwijnen. De 1,5
tot 2 graden maximale opwarming die in het akkoord van Parijs in 2015 is
afgesproken, is in stilte losgelaten. Als alle huidige plannen worden
uitgevoerd, leidt dit tot een opwarming van 2,6 graden aan het eind van deze
eeuw.10
Er is dus meer nodig, maar bij elke tegenslag kiezen de burgerlijke politici
voor de kant van het kapitaal. Toonaangevend hierbij zijn de plannen van de
nieuwe Europese Commissie Von der Leyen II, die de Green Deal van
Eurocommissarissen Frans Timmermans en Wopke Hoekstra los laten ten behoeve van
de industrie.11 Ook grote fossiele bedrijven als Shell en BP hebben hun
duurzaamheidsdoelstellingen laten varen.12
Waar het vergroenen van elektriciteit met zonnepanelen en windmolens, met name
op de Noordzee, grotendeels is gelukt, staan andere problemen zoals
overbezetting op het elektriciteitsnet waardoor nieuwe huizen en bedrijven niet
aangesloten kunnen worden13 en het tekort aan grondstoffen als koper, lithium en
het produceren van batterijen voor opslag in de weg.14
Elektriciteit vormt in Nederland slechts 20% van de energiemix. De overige 80%
is met name voor transport en warmte, die nodig is voor het verwarmen van
huizen, het smelten van staal of gebruik in de chemie.15 Hier is nog geen
duurzame vervanging voor, en de markt kan hier niet in voorzien.
Groene energie is te goedkoop wanneer er veel van beschikbaar is, en kan daarom
niet winstgevend worden gemaakt. De Westerse overheden willen onder druk van
concurrentie uit China en de proxy-oorlog met Rusland niet ingrijpen, en zetten
in plaats daarvan in op grijze herindustrialisering en militarisering. Hierdoor
dreigen deze jaren een verloren decennium te worden.16
Sociale huur, gezondheidszorg, openbaar vervoer en de laagste inkomens staan in
Nederland voortdurend onder druk. De eis van winstgevendheid voor
basisvoorzieningen voor het armste deel van de werkende klasse, zorgt ervoor dat
deze steeds verder worden uitgekleed. Er zijn bezuinigingen aangekondigd in het
openbaar vervoer in grote steden van 110 miljoen per jaar17 en in hoger
onderwijs 500 miljoen per jaar.18 Het verlagen van de heffingsvrije voet van de
inkomstenbelasting leidt tot toenemende belastingdruk op minimumloon en lagere
inkomens.19
De maatschappelijke meerwaarde van sociale voorzieningen, de opbrengst van deze
voorzieningen voor het geheel van de maatschappij ten opzichte van het ontbreken
van deze voorzieningen, wordt door het kabinet opgeofferd voor een
boekhoudkundige winst op korte termijn. Gevolg is een verslechtering van deze
voorzieningen, terwijl de prijs om gebruik te kunnen maken van deze
voorzieningen omhoog gaat. De toegankelijkheid van deze voorzieningen
verslechtert.
Het organiseren van verzet tegen de afbraak van sociale voorzieningen, in
coördinatie met arbeiders werkzaam in deze sectoren, is van belang om de
toegankelijkheid van deze voorzieningen niet nog verder onbereikbaar te maken
voor grote delen van de arbeidersklasse, met name voor de laagste inkomens.
https://www.bnnvara.nl/joop/artikelen/ontluisterende-cbs-cijfers-laten-
zien-waarom-er-werkelijk-een-gebrek-aan-betaalbare-woonruimte-is (laatst
bezocht: 23 maart 2025).
https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/begrotingen-
/2024/09/17/miljoenennota-2025/Miljoenennota%202025.pdf (laatst bezocht:
20 september 2024).
https://www.platform-investico.nl/onderzoeken/onderzoek-demonstratierecht-
in-de-knel (laatst bezocht: 23 maart 2025).
https://nos.nl/artikel/2540442-kabinet-hoopt-op-snel-besluit-van-het-om-
over-verbod-van-pro-palestijns-samidoun (laatst bezocht: 23 maart 2025).
De wooncrisis is een complex geheel. Het idee dat deze één enkele oorzaak kent, en wel een woningtekort, is pure ideologische kolder die gretig door projectontwikkelaars verspreid wordt. Als dé oorzaak van de crisis een woningtekort is, dan is dé oplossing ook helder: bouwen, bouwen, bouwen. Het liefst in de kleine beetjes natuurlijke omgeving die Nederland nog kent, omdat het intensiveren en bijbouwen in het stedelijke gebied een blik wormen opentrekt van NIMBY's en juridische hoofdpijnen.
Recent nog publiceerde de Groene een uitgebreid artikel dat dit misverstand goed blootlegt: https://www.groene.nl/artikel/bouwen-bouwen-bouwen-is-veel-te-simpel (het artikel zelf lijkt voor een door de Abundance Agenda geïnspireerde dereguleringsslag te pleiten die volgens mij ook onzin is, maar die conclusie volgt niet noodzakelijk uit de vaststelling dat de wooncrisis complexer is dan een woningtekort)
Het is daarnaast belangrijk om je te realiseren dat, in zoverre er sprake is van een woningtekort, dit tekort niet absoluut maar relatief is. De meeste huiseigenaren verkopen hun huis gemakkelijk met winst en kunnen met de opbrengst wat moois uitkiezen op funda.nl. Voor hen bestaat geen woningtekort. Ik denk dat dit ook is wat er wordt bedoeld met dat het probleem van het woningtekort is dat woningbouw wordt overgelaten aan kapitaal. Het klopt dat kapitaal alleen geïnteresseerd is in het realiseren van projecten waarop de meeste winst gemaakt kan worden, en dat dat momenteel niet de betaalbare woningen zijn. Maar het is ten eerste *voorstelbaar* (zelfs als niet waarschijnlijk) dat je het bouwen van betaalbare woningen financieel aantrekkelijker maakt binnen een kapitalistische markt (bijvoorbeeld dmv staatsfinanciering). En ten tweede, zelfs als bijv. een nationaal bouwbedrijf zich buiten de markt om gaat toeleggen op het bouwen woningen die vervolgens voor een betaalbare prijs kunnen worden aangeboden, dan is dat *onvoldoende* om de wooncrisis op te lossen: hiermee keert de woningmarkt, met alle desastreuze consequenties voor mens en natuur van dien, in een later stadium terug. Er is hiermee bovendien niets gezegd over de dominerende macht van pandjesbazen en het democratisch tekort van woningcorporaties: dit zijn geen problemen die zijn ontstaan uit, of in stand gehouden worden door het woningtekort. Dit zijn problemen die volgen uit de prioriteit die Nederland en de Europese overheid geven aan het eigendomsrecht (in het geval van pandjesbazen), en de neoliberale denkwijze volgens welke het verhuren en onderhouden van een woning een taak is die moet worden overgelaten aan experts omdat gewone huurders er te dom voor zijn (in het geval van corporaties).
Commentaren