Toevoeging werkwijze
Perspectieven: | Staat van de beweging |
---|---|
Indiener: | Tom Steenblok |
Status: | Screened |
Ingediend: | 19-04-2025, 00:33 |
Perspectieven: | Staat van de beweging |
---|---|
Indiener: | Tom Steenblok |
Status: | Screened |
Ingediend: | 19-04-2025, 00:33 |
effectiever is, hangt af van het aandeel van de klasse dat al via een organisatie actief is en de staat en activiteiten van de organisaties zelf.
Wij pogen echter niet de bestaande sociale bewegingen op een simpele manier te hervormen, bijvoorbeeld door stemmingen of overname van besturen. Het veranderen van sociale bewegingen vergt een overtuiging van de mensen ín die beweging, en kan daarom alleen bewerkstellig worden door het diep wortelen van de RSP in de bestaande beweging. Over het algemeen is onze taak dus ten eerste contacten te maken, de beweging te helpen en een intensieve, waar mogelijk leidende, rol aan te nemen binnen een bepaalde organisatie of beweging. Terwijl we dat doen poneren we onze meningen en ideëen over de beweging en proberen we mensen te overtuigen, waarbij het belangrijk is dat wij als serieuze, veel bijdragende kameraden worden gezien. Ondanks dat we het wellicht niet eens zijn met een bepaalde werkwijzen, blijven we met volle moed het werk vervullen terwijl we anderen overtuigen voor de noodzaak van democratie, zelforganisatie, transparantie en onafhankelijkheid van kapitaal. Op deze manier pogen we de organisaties met brede steun om te vormen tot strijdorganisaties. Merk echter op dat deze werkwijze niet altijd nodig is, en slechts een leidraad vormt voor het handelen.
De arbeidersbeweging in Nederland en daarbuiten staat er slecht voor. Waar
vroeger veel mensen actief waren in ledenorganisaties, is activisme
geïndividualiseerd en hobbymatig geworden. Demonstraties of campagnes worden
veelal geïnitieerd door non-gouvernementele organisaties met betaalde
medewerkers, die van subsidie van de overheid afhankelijk zijn. Hierdoor blijft
het vaak bij zachte eisen en het delen van petities of andere individuele vormen
van (online) activisme, in plaats van het organiseren van arbeidersmacht. In elk
segment van de samenleving is hier nog wel een grote uitzondering op te vinden,
zoals de FNV, Milieudefensie en de Woonbond, maar ook zij kampen met dezelfde
problemen als de rest van de beweging. Op alle plekken heeft zich een
bureaucratische laag gevormd, met daaromheen een schil van vrijwilligers die
geen inspraak in de koers hebben.
Wij zetten daar een alternatief tegenover. De arbeidersbeweging moet gericht
zijn op het organiseren van de massa, waarbij zelforganisatie, interne
democratie en klassenonafhankelijkheid van fundamenteel belang zijn. Wij zetten
daarom in op het onafhankelijk van de staat en het kapitalistische systeem
organiseren van de arbeiders, die zich verenigen in permanente verenigingen van
zelfbestuur.
Het organiseren van de massa is voor ons vanzelfsprekend. Maar voor de bestaande
burgerlijke bewegingen is dit niet zo. Er zijn veel organisaties waar mensen
zich niet kunnen mengen binnen de organisatie of binnen de bredere beweging. Zij
organiseren mensen alleen als donateur of als (online) activist of vrijwilliger,
zonder dat men daadwerkelijk onderdeel van de organisatie kan worden of aan de
beweging gebonden wordt. We moeten ervoor zorgen dat elke drempel voor mensen om
actief te zijn wordt afgebroken, en wordt vervangen met duidelijke en
transparante manieren om bij te dragen en deel te nemen aan de organisatie en de
beweging. Eenieder die in een sociale beweging actief wil zijn, moet dit kunnen
en op democratische wijze de koers van de organisatie kunnen bepalen. In
verschillende organisaties is er een laag van (betaalde) functionarissen. Het
behoud van hun positie mag geen invloed hebben op de keuzes die een beweging
maakt. De koers van een beweging moet bepaald worden door hen die in de beweging
actief zijn, niet door deze laag van functionarissen.
We streven naar organisatie van de klasse, door de klasse, voor de klasse.
Organisaties moeten zelf kunnen bepalen waarmee ze bezig zijn en daarbij niet
hun oren laten hangen naar kapitaalbelangen die haar hierin beperken. Dat
betekent vooral op financieel vlak dat hun belangrijkste inkomstenbron de
structurele inkomsten van de mensen die in deze organisatie actief zijn moet
zijn. Structurele subsidies vanuit de staat of "filantropische" fondsen vanuit
het kapitaal moeten tot een minimum beperkt worden, omdat deze de organisatie
afhankelijk maken van de staat en de belangen van het kapitaal. Hiermee wordt
het democratisch proces binnen de bewegingen ondermijnd. Dat kan betekenen dat
we organisaties moeten hervormen middels onze interventie daarin om ze te
democratiseren en onafhankelijk van kapitaalbelangen te doen functioneren. In
sommige gevallen kan het zo zijn dat bestaande organisaties dermate bij gratie
van kapitaalbelangen (kunnen) bestaan, dat we ze beter links laten liggen en
zelf een klassenonafhankelijk alternatief op kunnen bouwen. Welke route
effectiever is, hangt af van het aandeel van de klasse dat al via een
organisatie actief is en de staat en activiteiten van de organisaties zelf.
Wij pogen echter niet de bestaande sociale bewegingen op een simpele manier te hervormen, bijvoorbeeld door stemmingen of overname van besturen. Het veranderen van sociale bewegingen vergt een overtuiging van de mensen ín die beweging, en kan daarom alleen bewerkstellig worden door het diep wortelen van de RSP in de bestaande beweging. Over het algemeen is onze taak dus ten eerste contacten te maken, de beweging te helpen en een intensieve, waar mogelijk leidende, rol aan te nemen binnen een bepaalde organisatie of beweging. Terwijl we dat doen poneren we onze meningen en ideëen over de beweging en proberen we mensen te overtuigen, waarbij het belangrijk is dat wij als serieuze, veel bijdragende kameraden worden gezien. Ondanks dat we het wellicht niet eens zijn met een bepaalde werkwijzen, blijven we met volle moed het werk vervullen terwijl we anderen overtuigen voor de noodzaak van democratie, zelforganisatie, transparantie en onafhankelijkheid van kapitaal. Op deze manier pogen we de organisaties met brede steun om te vormen tot strijdorganisaties. Merk echter op dat deze werkwijze niet altijd nodig is, en slechts een leidraad vormt voor het handelen.
Waar de jaren vanaf 2020 gekenmerkt werden door Black Lives Matter-protesten en
klimaatmarsen, boerenprotesten en snelwegbezettingen, woonopstanden en
universiteitsbezettingen voor Palestina, is daar anno 2025 nog weinig van over.
Alle grote demonstratie- en activismegolven lijken, voor nu, voorbij. Het is aan
ons de taak om deze periode van relatieve rust te gebruiken om de beweging te
helpen op te bouwen, en onszelf en de beweging voor te bereiden op de nieuwe
golven van maatschappelijke onrust. We moeten hierin de leiders worden van de
arbeidersbeweging, door het politieke kompas te worden aan de hand van ons
programma en onze analyses. Alleen als we de periodes van relatieve rust goed
benutten om ons hierop voor te bereiden en ons in de beweging in te bedden,
kunnen wij op het juiste moment en op de juiste manier de bestaande
tegenstellingen in de samenleving agiteren en kanaliseren naar materiële
overwinningen.
In het koersdocument van september 2022 en de perspectieven voor 2024 spraken we
uit dat we de opbouw van de sociale bewegingen als onze centrale taak zien.
Desondanks is dat de afgelopen jaren nauwelijks gelukt. Zie hiervoor de analyse
van de staat van de netwerken.
Het is desondanks goed om de grote sociale bewegingen te analyseren. In elke
beweging is een veelheid aan organisaties, verenigingen en comités actief. Elk
met haar eigen sterke punten en tekortkomingen. Om tot een goede analyse te
komen is het nuttig dat we ons plan voor sociale bewegingen voor onszelf
definiëren zodat we weten waar we heen willen en wat dus de hoofd- en
tussentijdse doelen van onze interventie worden.
Ondanks al onze kritiek is het van het grootste belang dat we de bewegingen
opbouwen, ondanks hun tekortkomingen. Onze kritiek krijgt vooral weerklank als
we gezien worden als de beste bouwers. Kritiek is belangrijk maar zeker niet
onze belangrijkste activiteit. Onze belangrijkste activiteit is inhoudelijk.
Deelsuccessen zijn daarbij enthousiasmerend.
Aandacht voor milieuvervuiling en natuurverloedering bestaat reeds lang, maar
die aandacht werd vroeger vaak gezien als een elitaire hobby, alleen geschikt
voor bevoorrechte groepen en non-conformisten die zich de luxe konden
veroorloven om daar geld, tijd en energie in te steken. Daardoor stond
milieustrijd vaak los van de arbeidersstrijd en werden milieuproblemen te weinig
in verband gebracht met het kapitalisme en diens eeuwige streven naar
winstmaximalisatie.
Sinds een halve eeuw is het voor velen duidelijk geworden dat dat streven in
hoge mate ten koste kan gaan van een schone bodem, schone lucht, schoon water,
een leefbare woonomgeving, een goede gezondheid, een aardbevingsvrij leef-
oppervlak en een stabiel klimaat. Door groeiend bewijs en bewustzijn over
klimaatverandering en haar effecten werd klimaat- en milieustrijd steeds meer
onderdeel van de antikapitalistische strijd.
Extinction Rebellion (XR) gedraagt zich tegenwoordig als het meest spontaan en
activistisch. XR wijst op de noodzaak en urgentie van snelle veranderingen en
organiseert daarvoor aandachttrekkende wegblokkades en sympathiserende
solidariteitsgroepen. Wij verwerpen sabotageacties niet, noch illegale acties in
het algemeen. Wel verwerpen wij het idee dat opstanden van kleine verlichte
minderheden gaan leiden tot het soort maatschappijverandering waar wij naar
streven. Stromingen die pleiten voor verandering door kleine minderheden
vertragen dit proces, en staan dus niet aan onze kant. Ook gaan de eisen van XR
niet verder dan de huidige kapitalistische staat te dwingen om “eerlijk te
zijn”, “te doen wat nodig is” en een ondemocratisch ‘burgerberaad’ op te
richten. Binnen de klimaatbeweging moeten wij dan ook deze alternatieve visie
naar voren brengen, en daarmee organisaties zoals Extinction Rebellion op deze
basis bekritiseren. Een belangrijke tekortkoming bij veel XR-activisten en
acties is een focus op degrowth of het geheel sluiten van vervuilende productie.
Ook in een arbeidersstaat moet er geproduceerd kunnen worden naar behoefte, en
de beste manier om dat groen te doen is door massaproductie te vergroenen, niet
door die te sluiten of te vervangen met kleinschalige productie.
Dat betekent echter niet dat we XR daarmee helemaal links moeten laten liggen;
dan komt de kritiek hen immers ook minder makkelijk ten ore. We kunnen dus wel
deelnemen aan acties waar XR bij betrokken is wanneer we dit nuttig achten,
waarbij het belangrijk is dat onze leden scherp hebben op welke punten we
agiteren, bijvoorbeeld door flyers te drukken en mee te geven waarin zowel onze
strategische kritiek op XR als punten over staatsrepressie waarin we solidair
met ze zijn, zijn opgenomen. Als RSP soep op schilderijen gooien leent zich hier
waarschijnlijk minder goed voor dan een A12-bezetting waar grote delen van de
bij het klimaat betrokken klasse aanwezig zijn. Bovendien geeft dit de kans om
gezamenlijke actie-ervaring op te doen. Daarnaast zullen ‘rebellen’ die meer
politieke diepgang zoeken, ontvankelijk zijn voor onze klassenbewuste politiek.
In 2023 is door ROOD onder de noemer van het OV-protest een demonstratie
georganiseerd in Utrecht. Dat heeft helaas in 2024 geen gevolg gekregen. Wel is
in de zomer van 2024 vanuit verschillende sectoren van de FNV de campagne Wij
Reizen Samen gestart, waar onderdelen als klimaat en vervoer samenkomen. In
verschillende afdelingen zijn wij daar ook bij betrokken, bijvoorbeeld door
middel van solidariteitsacties bij stakingen in het streekvervoer. We houden
deze campagne goed in de gaten, om te kijken of wij hier op termijn meer aan
kunnen bijdragen.
Van het momentum van de woonbeweging in 2021, begin 2022 (demonstraties
Amsterdam 15.000 en Rotterdam 10.000 demonstranten en acties in veel plaatsen)
is door gebrek aan organisatie, misschien mede door coronaperiode, weinig
gebruik gemaakt om een sterke beweging op te bouwen. Gezien het grote
woonprobleem moet er nog steeds een potentieel zijn. Het activisme hierin neemt
momenteel vooral de vorm aan van de campagne Wij Weigeren De Huurverhoging en
verschillende belangenorganisaties.
We moeten ervoor pleiten dat de verschillende organisaties die op gebied van de
woningnood actief zijn, zich weer gaan verenigen in actiecomités. In eerste
instantie op lokaal niveau, zodat arbeiders op laagdrempelige wijze actief
kunnen worden in de beweging. We kunnen op lokaal niveau de katalysator zijn die
deze verschillende groepen weer bij elkaar brengt. Hier liggen voor ons kansen
om de leiding op ons te nemen in de woonbeweging.
In afwijking van de situatie in de vakbeweging is er bij de woonbeweging niet
echt één organisatie waarbij mensen zich duurzaam kunnen organiseren. Ten eerste
is er de Woonbond als landelijke koepel voor praktische ondersteuning, die zich
momenteel vooral richt op haar ANWB-functie, het leveren van juridische en
bouwkundige kennis aan individuen en groepen die daarom vragen, het informeren
van media en overheden over actuele problemen en het deelnemen aan
overlegtafels.
De Bond Precaire Woonvormen (BPW), belangrijk in de activistische woonbeweging
waaronder in Woonopstand, strijd voor het recht op wonen. Dit doen ze door op te
komen voor de woonrechten van mensen die tijdelijk, onzeker of te duur wonen.
BPW richt zich op een specifieke groep huurders en gebruikers van woonruimte,
maar is ook de initiatiefnemer van Wij Weigeren De Huurverhoging (WWDH) en richt
zich daarmee ook op de huurders met een vast huurcontract, waaronder
kamerhuurders.
De Bond Precaire Woonvormen is een solidariteitsbeweging. Ze helpen bewoners
zelfsolidariteitsnetwerken op te zetten en met de steun van het brede,
landelijke netwerk hun woonrecht op te eisen. Ook bij de actiecampagne Wij
Weigeren De Huurverhoging wordt van die methode gebruikgemaakt.
Wij Weigeren De Huurverhoging (WWDH) is in 2020 tot stand gekomen op initiatief
van de BPW. Voor WWDH was 2021 het jaar van de coronalockdown en een
huurbevriezing en kon WWDH weinig bereiken. 2022 was een behoorlijk succesvol
jaar wat betreft aantal plaatsen en mensen die deelnemen aan de actie. In 2023
kregen zeshonderdduizend mensen een eenmalige huurverlaging tot 575 euro per
maand. WWDH maakt zich nu op voor 1 juli 2025 wanneer de huren met bijna acht
procent worden verhoogd. De hoogste stijging in veertig jaar.
De actiemethode van Wij Weigeren De Huurverhoging is bedoeld om huurders zelf de
gereedschappen in handen te geven om meerjarige huurbevriezing af te dwingen.
Zij kunnen dat individueel doen, maar bij voorkeur door het collectief
organiseren van huurders in solidariteitsnetwerken die samen de huurverhoging
weigeren. Door zelforganisatie in regionale of stedelijke solidariteitsnetwerken
van en voor huurders die de huurverhoging weigeren kunnen ze hun eisen voor
meerjarige huurbevriezing van alle huren kracht bijzetten.
WWDH heeft in alle provincies provinciale en gemeentelijke
solidariteitsnetwerken.
De strijd van WWDH tegen de huurverhogingen kan ook geplaatst worden in een
bredere strijd tegen de hoge kosten van het levensonderhoud. Voor plaatselijke
groepen woonprotest, al dan niet met een andere naam, en eventuele plaatselijke
coalities tegen de extreme verrechtsing kan de campagne van WWDH van belang zijn
als concrete actie richting de werkende klasse.
Het feminisme in modern Nederland wordt gedomineerd door burgerlijke
initiatieven en ideeën. Hetgeen voor feminisme door moet gaan binnen de
kapitalistische gelederen van de samenleving heeft een enkel doel, en dat doel
is niet de bescherming of de vergroting van de rechten van vrouwen. De
gelijkheid van mannen en vrouwen heeft simpelweg maar een motief: de
winstgevende arbeid die vrouwen kunnen en moeten verrichten gelijk trekken met
dat wat mannen verrichten. Meer aanbod voor arbeid maakt het goedkoper om arbeid
in te slaan. Dat dezelfde onbetaalde arbeid die traditiegetrouw al eeuwen op
vrouwen geforceerd wordt, daar nog bovenop komt, is geen probleem in de ogen van
kapitaal. Sterker nog, het fungeert juist als een extra paar ketens die
arbeidersgezinnen forceren om te participeren in de doodscultus van het
kapitalisme.
De laatste tien jaar zien we ook steeds meer dat het feminisme gecorrumpeerd
wordt. Groepen zoals de trans-uitsluitende radicaal feministen hebben het tot
een Machiavelliaans gereedschap om weten te werken waarmee nieuwe arbitraire
grenzen kunnen worden opgeworpen in dienst van het eeuwige verdeel-en-heers. We
zien in de huidige feministische beweging een gebrek aan het zelfverheffende
element, waarmee de beweging het revolutionaire potentieel mist.
Deze ontwikkelingen staan de echte bevrijding van vrouwen en andere niet-mannen
in de weg. Een land kan niet vrij zijn zonder dat vrouwen vrij zijn. Feminisme
is een onmisbaar, ondenkbaar en onvervreemdbaar aspect van de klassenstrijd. En
ondanks de bredere staat van het feminisme is er toch wel veel bereikt wat het
leven van alle genders draagbaarder maakt. Het feminisme vindt haar oorsprong in
de renaissance en zo niet al eerder, het is een van de oudste aspecten van de
klassenstrijd die zelfs de huidige kapitalistische klassenverhoudingen vooraf
gaat.
2024 stond grotendeels in het teken van de genocide in de Gazastrook door
Israël. Dit leidde tot grote protesten op straat, waar wij ook vaak bij aanwezig
waren. Rond maart 2024 beginnen met name in de Verenigde Staten bezettingen bij
de universiteiten door studenten en medewerkers. In de maanden daarna
verspreiden deze zich ook in andere landen. In Nederland vinden met name in mei
2024 grote bezettingen plaats, in bijna alle universiteitssteden. Onze
jongerenorganisatie ROOD is daar op veel plekken bij betrokken geweest, en heeft
daar soms een leidende rol in gespeeld. Dat heeft onze kameraden veel vertrouwen
in de beweging opgeleverd. Samen met ROOD waren we in die maand ook veel
aanwezig bij de solidariteitsdemonstraties en hebben we de bezetters
ondersteund.
Op een aantal universiteiten heeft dat tot succes geleid, waarbij de banden met
Israëlische organisaties zijn verbroken. Op sommige plekken worden deze
overwinningen alweer teruggedraaid. Het is dus zaak om hier alert op te zijn en
dit te bestrijden. Daarna is de periode van activisme wat gedaald, en zijn de
protesten op straat kleiner geworden. Op sommige plekken hebben Palestina-
activisten zich verenigd in lokale comités en zijn zij overgegaan op andere
activiteiten, zoals donatiecampagnes en wakes. Het is goed dat zij zich op meer
structurele wijze organiseren en dat er lokale initiatieven worden opgebouwd.
Daar moeten wij betrokken in blijven, door hen te adviseren aan de hand van onze
visie op bewegingsopbouw en te ondersteunen met acties.
Palestina heeft een grote invloed gehad op de jeugd in Nederland en de hele
wereld. Voor veel jongeren is het het eerste grote politieke onderwerp waar ze
zich mee bezig houden. Het is een keerpunt in de politiek, een onderwerp van een
tijdgeest, net als de Irakoorlog van 2003 of de demonstraties tegen kernwapens
in de jaren 80 dat was. Het heeft de potentie om een hele generatie in een
bepaalde richting te politiseren. Dit zal aanwezig blijven in het politieke
debat, en hun overtuigingen voor jaren vormen. Het is aan ons de taak om de
genocide op de Palestijnen te koppelen aan het kolonialisme van Israël, de
militaire en politieke steun van Nederland, Europa en de rest van het Westen, en
het imperialistische kenmerk van de NAVO. Zo kunnen we de kapitalistische
oorzaken van de genocide uitleggen en hen overtuigen van een socialistische
oplossing voor de bezetting.
Na een staakt-het-vuren van ongeveer twee maanden, heeft Israël de oorlog in de
Gazastrook helaas hervat. Ondertussen gaat ook het koloniseren van de Westelijke
Jordaanoever onverminderd door. Palestina blijft daarom een belangrijk onderwerp
om onze aandacht op te houden het komende jaar.
Er zijn veel verschillende smaken van pacifisme in Nederland. Op het moment zijn
er voornamelijk twee insteken binnen de Nederlandse pacifistische beweging: het
klassieke pacifisme wat onvoorwaardelijk tegen elke vorm van geweld beweerd te
zijn, en het gedeelte dat neutraler staat richting het concept van geweld zolang
het maar uit de eigen achtertuin blijft.
Beide insteken zijn op het oppervlak heel redelijk en nobel, maar een ietwat
diepere analyse toont al snel het gebrek aan analyse die deze bewegingen lijken
te doen. Beide missen namelijk de overduidelijke link tussen kapitalisme en de
voortdurende conflictdreiging. Er is in de burgerlijke pacifistische beweging in
Nederland een gebrek aan analyse omtrent wie er keer op keer profiteert van de
oorlogszucht en deze blinde vlek maakt ze tandeloos. Via de anti-NAVO-campagne
die onder andere samen met ROOD is opgezet is er nu een nieuw geluid in de
discussie geïntroduceerd. Het socialistische vredesgeluid is al een frisse wind
gebleken, puur al omdat het niet gebaseerd is op simpel populisme of een
eigenbelang.
Ruim één miljoen mensen in Nederland zijn lid van een vakbond, waarvan de FNV
met bijna 700.000 leden de belangrijkste is. Van deze leden zijn ruim 20.000 op
één of andere manier actief lid, als OR-lid, in een bedrijfskadergroep, bij FNV
lokaal, als consulent, of bij één van de organen van de FNV zoals het
ledenparlement, sectorraden, etc. Ook verschillende leden van onze organisatie
zijn lid van het ledenparlement, van sectorraden, als OR-lid, of op een andere
manier betrokken bij de vakbeweging. Het werk als kaderlid is vaak geatomiseerd,
je bent op jezelf teruggeworpen, en veel mensen die best een bijdrage zouden
willen leveren aan de opbouw van de vakbeweging weten niet wat ze zouden kunnen
doen, omdat er in hun sector geen bestaande bedrijfsledengroepen zijn.
De afgelopen paar jaar is de vakbeweging, noodgedwongen, meer gericht op
actievoeren, zo organiseerde de vakbond een aantal politieke stakingen om betere
mogelijkheden voor vervroegd uittreden bij zware werkomstandigheden te
bevechten. In deze strijd bleek de beroerde staat van de kaderorganisatie, bv.
in de bouw. Ook is in verschillende sectoren de afstand tussen werkorganisatie
en kaderorganisatie groot, waardoor indien acties beter waren voorbereid en
kaderleden beter betrokken de acties sterker en groter hadden kunnen zijn.
2024 eindigde voor de FNV in een bestuurscrisis. In deze crisis bleek hoezeer
ons idee van transparantie, maar ook de mogelijkheid om met
wijzigingsvoorstellen te komen, en dus tot daadwerkelijke inhoudelijke discussie
te komen, in de politieke cultuur van de vakbeweging gemist worden. Mede
hierdoor ontaarden conflicten in de vakbeweging in machtsspelletjes en fixatie
op reglementen en is er voor inhoudelijke discussie nauwelijks plaats.
Naast de FNV zijn er ook andere vakbonden. Wat vooral opvalt, is hun soms
klassenverradelijke rol, waarbij voor het tekengeld verslechteringen in de
arbeidsvoorwaarden worden geaccepteerd. Alleen door verbetering van de
organisatie van arbeiders kunnen we dit verschijnsel tegengaan.
Solidariteit met Palestina is geen vanzelfsprekendheid binnen de FNV, en wordt
door middel van bureaucratische trucs zelfs actief tegengewerkt.
In 2023 is binnen FNV het netwerk Vakbondsleden Solidair met Palestina ontstaan.
Met name onder Universiteitspersoneel is van Palestina-solidariteit echt
vakbondswerk gemaakt. Het gaat hierbij vooral om het verdedigen van
democratische rechten, zoals het demonstratierecht. Het is echter geen
vanzelfsprekendheid, zelfs binnen VSmP, dat de FNV consequent voor democratische
rechten moet opkomen.
Vanuit VSmP is het initiatief genomen om mensen te motiveren om zich kandidaat
te stellen voor het ledenparlement. Van deze groep zijn nu 12 leden gekozen als
lid, en 4 als plaatsvervanger. Dit is een significante groep die momenteel
geregeld bijeenkomt.
Een brede coalitie van onderwijsvakbonden, studentenbonden en andere
organisaties actief in het hoger onderwijs zijn in het najaar van 2024 gaan
mobiliseren tegen bezuinigingen op het hoger onderwijs. Onder druk van de
veiligheidsdriehoek in Utrecht heeft de vakbondsleiding besloten om de
demonstratie op 14 november af te gelasten. Op initiatief van onze
jongerenorganisatie ROOD is op extreem korte termijn samen met studentenbonden
een alternatieve demonstratie georganiseerd, die naast het protest tegen
bezuinigingen op hoger onderwijs ook in het teken stond van het verdedigen van
het demonstratierecht.
De RSP heeft aan deze mobilisatie extra kunnen bijdragen door het organiseren
van een donatiecampagne. Deze donatiecampagne heeft ruim 800 euro opgeleverd. De
opbrengst van deze donatiecampagne staat geoormerkt op de balans van de RSP en
is nog lang niet uitgeput.
Daarnaast is het belangrijk om als vakbeweging te leren van deze ervaring als
het gaat om ongefundeerde en niet te controleren veiligheidsrisico’s die vanuit
de staat opgevoerd worden. Het zelf aflassen van demonstraties ondermijnt het
demonstratierecht. De verantwoordelijkheid moet geheel aan de staat gelaten
worden. Een demonstratieverbod vanuit de veiligheidsdriehoek is altijd te
verkiezen boven “zelf verantwoordelijkheid nemen” en een demonstratie aflassen.
Dit staat los van hoe te reageren op daadwerkelijke demonstratieverboden.
Toevoeging werkwijze
Commentaren