Raadpleging: | RSP Vierde Congres |
---|---|
Indiener: | Het bestuur (besloten op: 02-04-2025) |
Status: | Ingediend |
Ingediend: | 04-04-2025, 15:12 |
P13: Politieke en organisatorische prioriteiten
Voorsteltekst
Politieke verklaringen
Eén van de taken van de politieke leiding van de RSP is om bij belangrijke
politieke gebeurtenissen op grond van ons programma en gevoed door onze
netwerken, waar onze ervaring ten aanzien van interventies in bewegingen
geconcentreerd is, met politieke verklaringen te komen waarin we ons standpunt
én de ordewoorden naar leden van de RSP en sympathisanten duidelijk maken.
Door de onderbezetting van het partijbestuur en het onvoldoende functioneren van
de netwerken zijn we daar in 2024 nauwelijks aan toe gekomen. Voor 2025 zijn er
dus twee onderdelen noodzakelijk: een volwaardig bestuur en netwerken die,
vanuit hun expertise, het bestuur kunnen adviseren over wat op het bepaalde
moment gedaan moet worden.
Het is onrealistisch om te denken dat we dit punt kunnen verbeteren in 2025
zonder volwaardig bestuur, en zonder netwerken die gefocust zijn op interventies
in de bewegingen.
Acceptatie van het idee dat we slechts een partij in opbouw zijn, ondanks de
nieuwe naam, is van belang om te vermijden dat we kunnen voldoen aan
onrealistische verwachtingen.
Ontvangen nieuwe leden
Het afgelopen jaar hebben wij relatief veel nieuwe leden ingeschreven. Dat is
natuurlijk goed nieuws. We hebben echter weinig met het welkom heten van hen
gedaan. Het plan van een nieuweledendag voor de zomervakantie van 2024 ging niet
door omdat dit gecombineerd werd met de programmalancering. Uiteindelijk is de
programmalancering de volledige focus geweest.
Het is in eerste instantie aan de afdeling waar de aanmelding onder valt, om
contact op te nemen met het nieuwe lid. Dit is belangrijk, omdat persoonlijk
contact het beste werkt en omdat de afdeling de politieke context van het
werkveld goed kent. Hierdoor kan er makkelijker een gemeenschappelijke basis
worden gevonden en een persoonlijke band worden gevormd. Daarnaast is het
hierdoor beter in te schatten hoe het lid zich in kan zetten voor de organisatie
en hier suggesties voor te doen, wat de kans dat het nieuwe lid zich wil
inzetten als kaderlid vergroot. We weten op dit moment niet of alle afdelingen
dit altijd goed doen. Hier ligt ook nog geen handvat voor hoe
afdelingsvoorzitters dit moeten doen.
Nieuwe leden hebben op dit moment buiten een automatische welkomstmail geen
goede integratie in de organisatie. Informatie over hoe de organisatie werkt is
voor hen niet te vinden, en we hebben geen beginnersscholing die we hen kunnen
aanbieden. Hierdoor bestaat het risico dat veel nieuwe leden enkel steunlid
worden, en niet de stap zetten tot kaderlid. Het is daarom noodzakelijk om een
integratietraject op te zetten voor nieuwe leden.
Het nieuwe bestuur organiseert een jaarlijkse nieuweledendag.
Het nieuwe bestuur gaat aan de slag met het opzetten van een
integratietraject voor nieuwe leden.
We breiden de welkomstmail uit met informatie over hoe de organisatie in elkaar
steekt, waar de belangrijkste informatie te vinden is, en hoe je actief kan
worden als lid.
We schrijven een handvat hoe contact op te nemen met nieuwe leden voor
afdelingen, met daarin een belscript.
Ledeninitiatieven
Veel van onze huidige activiteit komt voort uit ledeninitiatieven, en we zijn er
als bestuur blij mee dat er zoveel enthousiasme is om op verschillende terreinen
actief te worden. Het bestuur merkt hierbij wel op dat er door de hoeveelheid
ledeninitiatieven soms onvoldoende aandacht blijft voor de prioriteiten die we
onszelf hebben gesteld, en wil hier in het komende jaar veranderingen in
aanbrengen. Concreet gaat het erom dat het bestuur vroegtijdig bij
ledeninitiatieven binnenstapt en de politieke lijn en prioriteiten binnen de
initiatieven wil vaststellen, of, wanneer dat meer aan de orde is, het
initiatief onderbrengen bij reeds lopende prioriteiten, of prioriteiten die we
als bestuur als belangrijker zien. Hierbij is het zaak dat er wel ruimte voor
initiatieven vanuit de leden blijft, maar we zien het als onze rol als
partijbestuur om hier vaker op in te grijpen, zodat we als organisatie onze
focus kunnen bewaren op de thema’s die we voor onszelf als prioritair hebben
aangemerkt.
Cultuur
Seksisme
Helaas ervaren onze leden soms seksisme, ongewenst gedrag of andere vormen van
discriminatie in onze organisatie. Dat moet uiteraard altijd met hand en tand
bestreden worden. Helaas zijn deze problemen hardnekkig. We bevinden ons in een
samenleving waar het patriarchaat heerst, en deze cultuur sijpelt constant door,
ook naar onze organisatie. Het is belangrijk om hier ons constant bewust van te
zijn, zodat deze teruggedrongen kan worden.
Een cultuurverandering bewerkstelligen gaat niet zomaar. Een cultuur is snel
gevormd, maar langzaam veranderd. Het is altijd makkelijker om een bestaande
cultuur in stand te houden, dan het is om je als groep of individu anders te
gedragen. Dat is iets van de lange adem, en dit kost bewustwording, aandacht,
tijd en energie. Dit vereist permanente inzet van ons kader en hier is
toewijding van iedereen voor nodig. Dit hebben we in 2024 nog te weinig gezien.
Het constateren van dit probleem duurde te lang, werd te laconiek op gereageerd,
en de maatregelen waren te traag. Het bestuursplan aanpak seksisme werd pas aan
het einde van 2024 afgerond, en de kaderdag waar dit plan werd besproken, werd
door slechts drie niet-bestuursleden bezocht.
We moeten alle vormen van ongewenst gedrag en discriminatie bestrijden. Alle
vormen zijn kwalijk, maar we focussen ons nu op de aanpak van seksisme, omdat
deze het breedst ervaren wordt binnen de organisatie.
We gaan door met het uitvoeren van het plan aanpak seksisme.
Overbelasting
Veel van onze leden zijn in het begin erg enthousiast over ons project, en
willen daar veel mee aan de slag. Dat is natuurlijk heel goed. Echter, soms
leidt dit er helaas toe dat leden zichzelf overvragen of overvraagd worden, en
zo vervroegd moeten afhaken met een burn-out. Dit mag nooit de bedoeling zijn,
en we moeten er met elkaar op letten dat dit minder vaak gaat voorkomen.
Sommige periodes zijn drukker dan andere. Dat is afhankelijk van omstandigheden
in de samenleving, en van onze eigen activiteiten. Maar het kan soms voelen
alsof alles belangrijk is, alsof alles prioriteit heeft. We willen de wereld
veranderen en daar is veel voor nodig. We zien dagelijks het onrecht dat ons en
de rest van de wereld wordt aangedaan. Maar de hele wereld veranderen kan niet
in één dag, daar is tijd voor nodig. Onze capaciteiten zijn beperkt. Hiervoor
moeten we een reële inschatting maken van onze krachten, onze tijd en onze
energie. Daarmee kunnen we onze organisatorische doelen op de juiste waarde
schatten en onze taken prioriteren. Dat voorkomt dat het gevoel ontstaat dat we
altijd met alles bezig moeten zijn. Dat betekent ook dat we soms erkennen dat we
in een periode van maatschappelijke en organisatorische kalmte zitten en meer
rust kunnen nemen.
Dit vereist dat we op elkaar letten. We moeten vragen hoe het met elkaar gaat,
en elkaar adviseren het rustiger aan te doen als dingen niet lukken. Dat
betekent dat we dat van elkaar moeten accepteren, en onze planning erop
aanpassen. Dat vereist wederzijds begrip en erkenning. Maar het vereist ook
discipline, van onszelf en van kameraden. Discipline om je agenda en je taken
goed bij te houden, of aan te leren hoe je dit doet. Discipline om elkaar aan te
durven spreken als het niet goed gaat. Bovenal vereist het discipline om je
eigen limieten te herkennen en erkennen, en het aan te geven en nee te durven
zeggen wanneer je hier overheen dreigt te gaan.
We zullen als organisatie samen beter moeten leren hoe we de signalen van
overbelasting bij onze kameraden kunnen herkennen en hoe we onze capaciteiten op
gepast niveau kunnen inzetten. Zo kunnen we hopelijk de hoeveelheid burn-outs
onder onze leden verminderen.
Centrale interventies
Politieke acties en activiteiten zijn over het algemeen moeilijk te plannen en
hangen grotendeels af van ontwikkelingen in specifieke bewegingen. Het ligt in
de lijn der verwachtingen dat rond de thema’s anti-militarisme en solidariteit
met de bevrijdingsstrijd in Palestina mobilisaties te verwachten zijn waarmee de
betreffende bewegingen kunnen worden versterkt. Ook rond de campagne
#WijReizenSamen zijn activiteiten te verwachten waarbij wij door onze inzet deze
beweging kunnen versterken.
Arbeidersstrijd vanuit de vakbeweging is een constante. Gezien onze
samenstelling zijn we in de gelegenheid om rond bezuinigingen op hoger onderwijs
te interveniëren. Daarnaast moet de RSP gespitst zijn op het verdedigen van
democratische rechten.
Essentieel hierbij is dat leden die actief zijn in deze bewegingen het
partijbestuur adviseren over de noodzaak om als gehele organisatie te
mobiliseren. Ook een voltallig bestuur heeft geen volledige kennis over de
ontwikkelingen in een bepaalde beweging.
Daarnaast zijn er vier traditionele mobilisaties die we als RSP op voorhand
kunnen plannen: 1 mei, 8 maart, 21 maart en de Sneevlietherdenking.
Voor 1 mei, 8 maart en 21 maart geldt dat we deze twee mobilisaties goed kunnen
voorbereiden. Van het partijbestuur mag worden verwacht dat zij ook lang van
tevoren de ordewoorden ten aanzien van de interventie op deze mobilisaties aan
de gehele organisatie kenbaar maken en dat we, indien mogelijk, ook samen met
andere strijdbare delen van de arbeidersbeweging, eigen activiteiten
organiseren.
De Sneevlietherdenking is minder geschikt voor massale openbare mobilisatie en
heeft meer een scholende rol. Waarmee we intern een traditie van democratisch
socialisme opbouwen en herdenken.
Amendementen
- Ä30 (Tom Steenblok, Ingediend)
Commentaren